Bij het isoleren van de onderzijde van de vloer kan het isolatiemateriaal bijvoorbeeld tussen de houten vloerbalken worden geplaatst. Zo wordt de vloer geïsoleerd zonder aanpassingen aan de bestaande vloer. Let er bij houten vloeren wel op dat het gekozen systeem kan ademen en niet dampdicht is. Een houten vloer is vaak aan de bovenzijde al dampdicht uitgevoerd middels een synthetische vloerbedekking, laminaat, linoleum, vinyl of tegels en kan dan zowel boven- als onder geen vocht meer kwijt.
Geadviseerd wordt om niet te kiezen voor het spuiten van PIR tegen de onderzijde van de vloer. Het materiaal is moeilijk te verwijderen, is minder milieuvriendelijk door o.a. de schadelijke gassen die tijdens het uitharden vrijkomen en is dampdicht, waardoor het niet geschikt is om te gebruiken bij houten vloeren.
Voordelen
- Redelijk eenvoudig uit te voeren maatregel.
- Bestaande vloer blijft behouden.
- Zorgt voor meer comfort, een aangenamer gevoel en warmere voeten.
Aandachtspunten
- De kruipruimte moet minimaal 35 tot 50 cm. hoog zijn.
- Kijk of de gehele begane grondvloer een goed bereikbare kruipruimte heeft.
- Water- en/of vochtproblemen in de kruipruimte dienen voorafgaand aan het uitvoeren van de maatregel opgelost te zijn.
- De kruipruimte moet voldoende geventileerd zijn om vocht af te kunnen voeren.
- Plaats ook een bodemafsluiter om het vochttransport vanuit de bodem naar het pand te verhelpen.
- Stem het type isolatiemateriaal goed af op uw huidige situatie om vochtproblemen en houtrot te voorkomen.