Er is een viertal opties om glas-in-loodramen te isoleren.
Optie 1: voorzetraam (buiten)
Bij deze optie wordt aan de buitenzijde van het glas in lood een glasplaat of isolerende beglazing geplaatst. Het glas in lood blijft hierbij op zijn oorspronkelijke plek. Hierdoor is het glas in lood vanaf de buitenzijde beschermd, maar ook minder goed zichtbaar. De ruimte tussen de twee ramen dient met binnen- of buitenlucht te worden geventileerd om condensproblemen en houtrot of corrosie van de ramen te voorkomen. Ventileren met binnenlucht heeft als nadeel dat er condensvorming op de voorzetbeglazing kan ontstaan. Ventileren met buitenlucht heeft als nadeel dat het isolerend effect van de maatregel beperkt wordt. Door het ontsierend karakter en de mogelijke aantasting van het raam of kozijn is een voorzetraam meestal ongewenst.
Optie 2: achterzetraam (binnen)
Hier wordt aan de binnenzijde van het glas in lood een isolerende beglazing geplaatst. In dit geval heeft enkel glas een beperkt energetisch effect en bestaat er een groot risico op condensvorming aan de binnenzijde. Daarom wordt het gebruik van enkel glas afgeraden. Het glas in lood blijft bij deze optie op zijn oorspronkelijke plek en het gevelbeeld aan de buitenzijde wordt niet verstoord.
Aandachtspunten
- Geen bescherming van het glas in lood vanaf de buitenzijde.
- Ongewenst bij interieurs met een hoge monumentale waarde.
- Het glas-in-loodraam zal minder goed zichtbaar zijn vanaf de binnenzijde door spiegeling van het achterzetraam, veroorzaakt door (kunstmatige) binnenverlichting.
- Het achterzetraam dient naadloos op het kozijn of raam aan te sluiten om condensvorming te voorkomen. Dit zou anders tot houtrot of corrosie kunnen leiden.
- De ruimte tussen de glasplaten moet zwak geventileerd worden met buitenlucht.
- Aanbrengen van ventilatieroosters in kozijnen met een hoge monumentale waarde is meestal niet toegestaan.
Optie 3: museale opstelling
Deze optie wordt vaak toegepast bij kunsthistorisch waardevol glas-in-lood. Het glas-in-loodraam wordt uit het frame (of kozijn) gehaald en in een nieuw frame geplaatst. Isolerende beglazing wordt in het oorspronkelijke frame of kozijn geplaatst, waarna het glas in lood aan de binnenzijde vóór de nieuwe beglazing wordt geplaatst. De ruimte tussen het glas in lood en het isolerende glas moet 15 tot 60 mm bedragen en geventileerd worden met binnenlucht.
Aandachtspunten
- Hoge investeringskosten.
- Glas in lood blijft niet op zijn oorspronkelijke plek behouden.
- Aanzicht wijzigt zowel vanaf de buiten- als vanaf de binnenzijde.
- Bij het toepassen van enkel glas ontstaat er een verhoogt risico op condens.
- Risico op beschadiging bij het uitnemen van het glas-in-lood.
- Maatregel wordt met uitzondering door monumenteninstanties toegestaan.
Optie 4: glas-in-lood opnemen in dubbel glas
In deze optie wordt het glas-in-loodraam uit het oorspronkelijke frame gehaald en tussen twee glasplaten in een nieuwe loodsponning geplaatst. Daarna wordt het geheel teruggeplaatst. Het glas in lood is nu goed beschermd, er is een goede isolatiewaarde te behalen en er kan geen condensvorming optreden. E
Aandachtspunten
- Hoge investeringskosten.
- Risico op beschadiging bij het uitnemen van het glas in lood.
- Niet geschikt voor glas in lood met een hoge monumentale waarde.
- Door spiegeling van het dubbel glas zal het glas in lood zowel van binnen als van buiten minder goed zichtbaar zijn.
- Risico op thermische breuk van glas in lood door sterk oplopende temperatuur tussen glasplaten.
- Alleen toepasbaar bij eenvoudig glas in lood, zoals bovenlichten.
- De totale dikte van dit nieuwe raam is minimaal 19 mm en daardoor vaak niet in het bestaande raam of sponning terug te plaatsen.